Dolfijnen 

 


 

1. Uiterlijk van de tuimelaar. 

Tuimelaar dolfijnen zijn grootte dieren. Hun gewicht is ongeveer tussen de 250 en 300 kilo en ze zijn ongeveer 2 of 3 meter. Ze hebben 3 soorten vinnen: de vinnen die ze gebruiken om te sturen, dat noemen we borstvinnen, de rugvin die helpt mee om te zorgen dat ze niet omkantelen in het water. En dan heb je nog de staart (vin) die helpt bij het voortbewegen en de sprongen.
Dolfijnen zijn zoogdieren met een totale aanpassing aan het leven in het water. Het lichaam is zo glad mogelijk om zo min mogelijk weerstand te krijgen. De neus is verplaatst naar de bovenkant van het hoofd en wordt blaasgat genoemd. De oren bestaan uit zeer kleine gaatjes aan de zijkant van hun Tuimelaar dolfijnen zijn grote dieren met een gewicht van 250 tot 300 kilo. Hun lengte ligt tussen hoofd. Dolfijnen kunnen goed horen, zelfs geluiden die voor menselijk gehoor te hoog zijn. Er bestaan vele soorten dolfijnen die in uiterlijk en manier van leven verschillend zijn. De meeste bekende soort is de Tuimelaar dolfijn. Het karakter van deze soort dolfijn is speels en nieuwsgierig. Bovendien zijn het fanatieke sprongenmakers.

                                                                                 
2. Huid.

De dolfijn is niet helemaal grijs want de onderkant is wit. Ze hebben als waren een schutkleur. De dieren hebben een verschillende huidskleur. Ze hebben ook een verschillende tekening die erg zichtbaar is op hun hoofd. De huid voelt aan als een natte laars maar dat is bij de buik anders omdat daar het meeste vet zit en daarom is dat zachter. Als je dichtbij kijkt zie je dat er krassen op de dolfijn zitten. Dat krijgen dolfijnen bij het spelen en het stoeien omdat ze hun tanden daarbij gebruiken. Dat geneest wel snel maar je blijft het zien. Op die krasplekken komt een andere kleur tevoorschijn. Als dolfijnen echt vechten gebruiken ze hun harde neus en als ze haaien of orka’s op de goede zwakke plekken raken, kunnen ze hun zelfs doden. Dolfijnen krijgen ‘rafels’ aan het einde van hun staart rugvin en borstvinnen. Dit is gewoon. Dat krijgen ze als ze ouder worden.

                                        

3. Lichaamsbouw.

Als je naar het skelet van de dolfijn kijkt kan je goed zien dat het vroeger een landdier is geweest. De voorpoten zijn veranderd in borstvinnen. Omdat dolfijnen in het water geen achterpoten nodig heeft zijn die later verdwenen. Aan het dolfijnen lichaam zit niks wat hij niet nodig heeft. We zeggen dat dolfijnen zich makkelijk door het water kunnen bewegen. Dat noemen we een gestroomlijnd lichaam. Wij mensen hebben dat afgekeken van de dolfijnen. Een onderzeeër heeft ook een gestroomlijnde vorm. Doordat de dolfijn een gestroomlijnd lichaam heeft kan hij heel snel door het water. De dolfijn stuurt met de borstvin maar de staart is het belangrijkste voor het zwemmen.

                              
                                  

4. Zintuigen

Zicht:
Dolfijnen kunnen goed zien. Ze hebben sterke oogspieren en daardoor kunnen ze hun zicht aanpassen. Dolfijnen kunnen enkele kleuren onderscheiden. Groen en blauw kunnen ze goed zien maar rood en oranje wat minder goed.

Ruiken en proeven:
Een dolfijn kan eigenlijk niet ruiken. De dolfijnen hoeven helemaal niet te kunnen ruiken want als ze heel hard adem zouden halen zouden ze alleen maar kunnen beschadigen. Dolfijnen kunnen wel proeven. Dat is handig bij het voeren want dan weten ze wat ze wel en niet lekker vinden.



 

5. Ademhaling.

Het blaasgat zit boven op de kop van een dolfijn. De dolfijnen hebben een longademhaling. Net als mensen. Omdat het blaasgat kort boven water is moet hij snel ademhalen. Als een dolfijn een stukje boven water is dan spuit hij water uit zijn blaasgat. Dat spuiten ontstaat door de temperatuurverschil met het uitgeademde lucht en de omgevingstemperatuur. Onderwater wordt het blaasgat afgesloten door een soort klepje. Tuimelaar dolfijnen kunnen 15 minuten onder water blijven. Sommige dolfijnsoorten wel een uur.

                                 

6. Geluiden.

De geluiden die de dolfijnen maken en voor de mens boven water hoorbaar zijn, worden door het bewegelijke blaasgat gemaakt. Als je het blaasgat bijna helemaal afsluit en het water er toch uit gaat drukken komen er de meest rare geluiden uit. Dat gebeurt ook als je een ballon langzaam leeg laat lopen.

7. Sonar.

Dolfijnen hebben een sonar. Dat werkt als een echo. Het is het zelfde als wat een vleermuis heeft. Het werkt zo: vanuit de luchtzakken in het hoofd, bijvoorbeeld onder het blaasgat, worden klik geluiden in een gerichte bundel uitgezonden. Dit signaal wordt teruggekaatst door voorwerpen, bijvoorbeeld een vis, en via de onderkaak weer opgevangen. Door iets vettigs in de kaak wordt het signaal doorgeleid naar het middenoor. Bij de dolfijn wordt dit signaal door de hersenen verwerkt en geďnterpreteerd. De sonar reikt bij tuimelaars tot ongeveer 100 meter.

8. Slapen.

Dolfijnen slapen anders dan landzoogdieren. Ze moeten natuurlijk naar boven komen om adem te halen. Daarom kunnen ze nooit helemaal slapen. Ze nemen rustpauzes om hun hersendelen om de beurt te laten slapen. Dolfijnen kunnen dus eigenlijk helemaal niet slapen. Je kunt deze rustpauzes herkennen aan het dobberen aan het wateroppervlak of aan het rustig rondzwemmen. Vaak zijn de ogen dan half gesloten.

9. Leeftijd.

Als je bij een dolfijn een tand door midden snijd kom je erachter hoe oud hij is. Dat werkt net zo als bij een boom. Want op die tand zitten jaarringen. Als je naar een dolfijn kijkt is het te moeilijk om er achter te komen hoe oud hij is. Tuimelaardolfijnen kunnen ongeveer 40 jaar oud worden.



10. Voedsel.

In Dolfinarium Harderwijk krijgen de dieren een verschillend menu van verschillende soorten vis: haring, makreel, sprot, wijting en inktvis. Een dolfijn eet gemiddeld 8 kilo vis per dag. Dolfijnen hebben ongeveer 100 tanden. Met die 100 tanden gaan ze glibberige vissen vangen. Ze bijten er niet op, ze slikken heb heel door. Achter in de keel zit een kringspier, waardoor alleen de vis verdergaat en het zoute water buiten blijft. Een dolfijn gebruikt ook bewegingen met zijn tong om zo het zoute water buiten te houden. De dolfijn kan zich niet verslikken. Dat komt omdat de luchtpijp en de slokdarm gescheiden zijn.Dolfijnen hebben 4 magen: Een kropmaag voor het opslaan van voedsel, een echte maag en nog 2 kleinere magen. Want hij heeft een kropmaag nodig voor als er een groep vissen aan komt.

11. Voortplanting.

De Tuimelaar is op een leeftijd van 6 tot 10 jaar geslachtsrijp. Dat betekend dat ze zich voort kunnen planten. Op deze leeftijd krijgen de mannetjes en vrouwtjes belangstelling voor elkaar. Dit begin van het paren kan met een enorme stoei - en knuffelpartijen. De paring kan het hele jaar door plaatsvinden. Een mannetje kan aan het water proeven of er een vrouwtje in de buurt is die zich wil voortplanten. Het vrouwtje vertoont ook duidelijk gedrag als ze zich voort wil planten. De paring vindt onderwater plaats, buik tegen buik.

Geboorte:
Na een draagtijd van 12 maanden vindt de geboorte plaats onder water. De geboorte bij dolfijnen vindt in een andere volgorde plaats dan bij andere zoogdieren het geval is. Eerst komt de staart en als laatste het hoofd. Af en toe wordt een jonge dolfijn met het hoofd eerst geboren en ook dat kan goed gaan. Toch schuilt er een gevaar dat het jong wil gaan ademhalen en dus kan verdrinken tijdens de bevalling. Binnen een aantal uren na de geboorte verliest de moeder de nageboorte. De navelstreng breekt af tijdens het laatste gedeelte van de bevalling. In het begin is er bij de jonge dolfijn nog een bobbeltje te zien op de plaats waar de navelstreng gezeten heeft. Langzamerhand wordt dit een deukje. Dat is de navel. Dit is bij de volwassen dieren goed te zien.

                                                                   

Risico:
De eerste periode na de bevalling blijft bij dolfijnen erg spannend. Het is belangrijk dat de moeder haar jong beschermt en regelmatig zoogt. Het jong heeft na de bevalling zelf geen beveiliging tegen ziektes. Het bouwt zijn afweersysteem op via moedermelk. Na de geboorte is het altijd afwachten hoe de moeder het jong beschermt en hoe de andere dieren gaan reageren. Als het jong ouder word gaat hij steeds vaker zelf op onderzoek uit. Na een paar weken zal de moeder toelaten dat andere dieren dichterbij komen. Op den duur zullen andere dieren het jong meenemen en voor hem zorgen. Andere dieren vervullen dan een "Tante - functie".



Geboortestrepen:
Als we het jong goed bekijken kunnen we de eerste paar weken een aantal strepen zien op het lichaam. Dit noemen we ook wel de geboortestrepen en die verdwijnen vanzelf. De strepen worden gevormd omdat het jong opgevouwen ligt in de baarmoeder.

12. Geslacht.

Het verschil tussen mannen en vrouwen is bij dolfijnen moeilijk te zien. Er zit vrijwel geen verschil in grootte of vorm van het lichaam. Het verschil is zichtbaar op de buik: bij een vrouwtje zien we een spleet. Bij een mannetje zit er onder de spleet ook nog een gaatje.

Klik hier voor nog meer plaatjes voor je werkstuk.